Schoolsluiting door lerarentekort: kip of ei?

Gepubliceerd op 29 september 2019

Het was afgelopen week opzienbarend nieuws: de sluiting van een basisschool wegens het lerarentekort. Het gaat om de 16e Montessorischool Gaasperdam. Terecht dat het nieuws breed werd uitgedragen, nu duidelijk is dat er van overheidswege nauwelijks iets tegen het lerarentekort wordt gedaan. Kort daarna werd een nieuwe landelijke onderwijsstaking uitgeroepen: woensdag 6 november. Maar is de sluiting van deze school wel voor de volle 100% aan het personeelstekort te wijten?

Elke burger kan tegenwoordig de inspectierapporten van alle scholen op internet raadplegen. Wie dat voor de Gaasperdamschool doet, ontdekt dat de school al in 2012 als een zwakke school werd bestempeld. In zulke gevallen wordt dan een verbetertraject opgesteld en komt de school onder intensiever toezicht te staan. Desondanks was het oordeel van de inspectie in juli van dit jaar nóg teleurstellender: de school was gezakt van zwak naar onvoldoende. Daar komt nog bij dat de school in de laatste drie jaar onder de opheffingsnorm kwam die in Amsterdam op 195 leerlingen staat. En als een school daar in drie opeenvolgende jaren niet aan voldoet betekent dat sluiting. En dat is nu met de huidige 111 leerlingen helaas het geval.

 

De 16e Montessorischool Gaasperdam die op 1 januari gaat sluiten

 

Te midden van alle commotie in de media, de Tweede Kamer en de gemeente was er die ex-ouder van de betreffende school die uitlegde dat het al heel wat jaren niet goed ging met de school. Deze toelichting stond welhaast haaks op de verklaring van de schoolbestuurder die met de beschuldigende vinger naar Den Haag wees: het lerarentekort.

Wie zich verder in de schoolproblematiek verdiept ontdekt dat er meer aan de hand is. De school heeft veel leerlingen met, zoals we dat noemen, een sociaal-economische achtergrond die een zware wissel trekt op de deskundigheid en de inzet van het onderwijspersoneel. Veel van deze scholen hebben leraren die zich met hart en ziel inzetten om deze leerlingen alle kansen te bieden waar ook zij recht op hebben, ook op de Gaasperdamschool. Een school met deze populatie verdient de beste onderwijskrachten die er zijn om op alles te kunnen inspelen wat zich aandient. En op scholen in deze en soortgelijke wijken is dat alles zóveel dat op zeker moment de rek er uit is. Gevolg: ziekteverzuim, invallers, lesuitval. Vervolgens leerlingenverloop, combinatiegroepen, maatregelen voor bijstelling om het tij te keren met een cumulatie van taakopdrachten. Voeg daarbij het personeelsverloop door pensionering (in dit geval de directeur) en 'normaal' verloop bij een groot deel van het bestaande team, en je houdt alleen nog een 'team' over dat sterk is uitgedund, mede door het gedaalde leerlingenaantal. Het huidige lerarentekort werkt daarbij nog eens extra de mobiliteit in de hand: overstappen naar een andere school, terwijl tegelijkertijd de ambitie om op een dergelijke school in te stappen steeds meer afneemt. En de cirkel is daarmee -helaas- rond.

De constatering dat de school het slachtoffer is geworden van het lerarentekort is wel erg kort door de bocht. Wie naar de laatste 10 jaar terugkijkt, moet constateren dat de oorzaken van de terugloop van het aantal leerlingen dieper liggen. Het lerarentekort heeft de school in ieder geval wél uiteindelijk de nekslag gegeven. Het is het bekende probleem van de kip en het ei.

Had de school gered kunnen worden, is dan de vraag. De school maakt deel uit van een groot schoolbestuur met meer scholen in dit deel van Amsterdam. Uit de inspectierapporten blijkt dat deze scholen gezamenlijk optrekken en uitwisselen waar het gaat om de kwaliteit van het onderwijs. Maar naast deze kansen zijn er op dit moment bedreigingen die juist voor deze categorie scholen funest kunnen worden. En die bedreigingen hebben alles te maken met het lerarentekort. En dat tekort heeft dan weer alles te maken met de huidige positie van en de waardering voor het leraarschap.

 

Hoeveel ruimte krijgt minister Slob om het onderwijs uit het slop te halen?

 

Leraren extra betalen omdat de school specifieke vaardigheden eist laat de onderwijs-cao niet toe. Ook de onderwijsvakbonden zijn hierop tegen. Wél hebben we nu het verschijnsel van de zzp-ers. Dit zijn leraren die ontslag nemen en zich als zzp-er aanbieden tegen tarieven die veel hoger liggen. Inmiddels hebben de meeste schoolbesturen met elkaar afgesproken om geen gebruik meer van zzp-ers te maken, om aldus de markt niet verder te bederven. Amsterdam doet hooguit iets aan extra secundaire arbeidsvoorwaarden, nl. door huurwoningen en parkeervergunningen beschikbaar te stellen. Al deze maatregelen zijn voor het huidige lerarentekort echter marginaal. Het onderwijsberoep verdient landelijk een herwaardering met een bijbehorende salariëring. Ons staatshoofd benoemde in zijn troonrede wél het probleem van het lerarentekort, maar na Prinsjesdag kwam helaas niet het financiële antwoord waarop was gehoopt.

 

Nu een financieel antwoord op het lerarentekort uitblijft, gaat het onderwijs op 6 november opnieuw in staking

 

Duidelijk is dat scholen die het toch al moeilijk hebben nu extra lijden onder het lerarentekort. Er valt als leraar nu eenmaal volop te kiezen. Een schoolbestuur, zoals dat van de Gaasperdamschool, heeft echter nauwelijks te kiezen waar het gaat om extra’s te bieden op kwetsbare scholen waar dit gerechtvaardigd zou zijn. Hoog tijd dus voor (helaas alweer) de volgende stakingsdag op 6 november…