6 min
Het begon allemaal omstreeks het jaar 1100 langs de huidige Osdorperweg. Voor die tijd was het gebied van Osdorp een onbegaanbaar veenmoeras met waterloopjes, zoals de Sloot of Slochter, waaruit het latere Slootermeer ontstond. Vanuit het dichtbevolkte Kennemerland trok men gedurende de middeleeuwen oostwaarts en vestigde zich in een lint langs een veenkade: een weg en waterkering ineen. Deze kade kreeg de naam Oostdorperweg en het dorp ging Oostdorp heten, genoemd naar de ligging ten oosten van Haarlem, waar de eerste pioniers vandaan kwamen. De Oostdorpers leefden van turfsteken, veeteelt en visvangst.
Hoewel visvangst voor ons nog nauwelijks voor te stellen is in het huidige Osdorp, was het gebied in deze tijd nog omringd door water. Ten noorden van Oostdorp lag het IJ, dat veel breder was dan het vandaag de dag is. Ten zuiden het Haarlemmermeer, dat pas in 1852 drooggelegd werd. Westelijk trof men het Spieringmeer, dat Oostdorp van Haarlem scheidde. En dan lagen middenin het gebied nog het kleinere Lutkemeer en het Ookmeer, waarvan de laatste naam voortleeft in de sportvelden iets ten zuiden van het oorspronkelijke meer. Kortom, er viel dus genoeg te vissen.
Kaart van het Hoogheemraadschap van Rijnland, deelgebied Amsterdam-Halfweg-Haarlemmerliede, 1746. Het groene gebied toont de Spieringhorner Binnenpolder in het noorden en de Osdorper Binnenpolder in het zuiden. Rechtsboven ligt Amsterdam.
Van Haarlem naar Amsterdam
Tussen de tiende en de dertiende eeuw werd het moerasgebied in cultuur gebracht, waarna we van een veenweidelandschap kunnen spreken. Maar door inklinking raakte de grond al snel ongeschikt voor akkerbouw, waardoor de bewoners gedwongen op veeteelt moesten overschakelen. In 1567 werd het gebied daadwerkelijk ingericht als polder, met een heuse dijk eromheen. De Haarlemmervaart van Amsterdam naar Haarlem deelde het gebied vervolgens in tweeën. Zo ontstond de Spieringhorner Binnenpolder in het noorden (het huidige bedrijventerrein rondom station Sloterdijk) en de Osdorper Binnenpolder in het zuiden.
Ondertussen was de focus verschoven van Haarlem naar Amsterdam, sinds het gebied in 1529 door Reinout III, Heer van Brederode, aan de stad Amsterdam verkocht was. Toen de Osdorper Binnenpolder in 1632 een eigen poldermolen kreeg, werd deze dan ook genoemd naar de afstand tot de hoofdstad: ‘De 1200 Roe’. De molen bevond zich namelijk 1200 Rijnlandse roeden (zo’n 4.500 meter) van de Haarlemmerpoort, de westelijke toegangspoort tot de stad. De molen bestaat nog steeds, hoewel hij niet meer in werking is. Tegenwoordig kijkt hij uit over de drukke Haarlemmerweg.
Molen ‘De 1200 Roe’ aan de Haarlemmerweg. Foto: Martin Alberts. Collectie Stadsarchief Amsterdam.
Kerken bij de knik
Hoewel het buurtschapje langs de Osdorperweg dan officieel bij Amsterdam mocht horen, deed het toch vooral zijn eigen ding. Zo werd er in 1650 een katholieke kerk in het dorp neergezet, in een tijd waarin het protestantisme de officiële staatsgodsdienst was en katholieken overal ondergronds moesten kerken. De nieuwe kerk, die kwam te staan op de knik in de Osdorperweg, was gewijd aan de heilige Pancratius. Het gebouw bood plek aan de katholieken die met de komst van het protestantisme uit de kerk van Sloten waren verdreven en sindsdien gebruikmaakten van eenvoudige boerenschuren voor hun eredienst.
Gezicht op het dorp Osdorp, ca. 1693. Collectie Stadsarchief Amsterdam.
De Waterwolf getemd
De kerk heeft de tand des tijds niet doorstaan, maar het monumentale kerkhofje is nog altijd te bezoeken. Het is wonderbaarlijk dat deze er nog ligt, met de vele overstromingen die Osdorp door de eeuwen heen geteisterd hebben. Omringd door water lag de buurtschap permanent in de gevarenzone. Een van de ergste overstromingen vond plaats op 29 november 1836, toen tijdens een storm de dijken van het Haarlemmermeer doorbraken. Maar liefst 4.000 hectare land stond onder water, tot aan de poorten van Amsterdam. Deze overstroming vormde de directe aanleiding om het Haarlemmermeer voor eens en voor altijd droog te leggen.
Na vier jaar pompen was de ‘Waterwolf’ in 1852 dan eindelijk bedwongen. Dertien jaar later volgde het Lutkemeer, waarvan de huidige polder nog altijd dezelfde naam draagt. Het zou niet bij deze twee droogleggingen blijven. Ook het IJ ten noorden van Osdorp werd niet veel later ingepolderd. In 1874 kwam tot slot het kleine Ookmeertje als laatste in de omgeving droog te liggen. Osdorp was van zijn water verlost. De moderniteit liet daarna niet meer lang op zich wachten. Het verharden van de Osdorperweg in 1888 trok de buurtschap in één klap uit zijn eeuwenlange isolement.
De geasfalteerde Osdorperweg gezien naar Osdorp, met rechts op de voorgrond de Uitweg, 1934. Collectie Stadsarchief Amsterdam.
De stad komt dichterbij
Met de ontwikkeling van het landelijke gebied groeide ook de interesse van Amsterdam. Aan het begin van de twintigste eeuw groeide de hoofdstad uit haar voegen en had dringend ruimte nodig om uit te breiden. Op 1 januari 1921 annexeerde ze haar omliggende buurgemeenten Nieuwendam, Ransdorp, Watergraafsmeer, Buiksloot en Sloten, waar ook Osdorp bij hoorde. De stad was nu ineens vier keer zo groot en had volop ruimte om bij te bouwen. Een plan werd opgesteld om woonwijken in zuidelijke en westelijke richting te realiseren: het Algemeen Uitbreidings Plan (1934).
De grote man achter het plan was stedenbouwkundige Cornelis van Eesteren. Hij experimenteerde in de Osdorper Binnenpolder met het leefbaar maken van grote, lege gebieden. De kennis die hij hier opdeed, is later gebruikt bij de aanleg van de Noordoostpolder in Flevoland. Zijn ambitieuze uitbreidingsplan moest Amsterdam klaar maken voor het jaar 2000. Ten westen van de stad zouden vijf nieuwe wijken verrijzen: Slotermeer, Geuzenveld, Slotervaart, Overtoomse Veld en Osdorp. De wijken werden ontworpen volgens het moderne idee van de Tuinstad: ruime woningen met rondom veel groen en water. Het plan is grotendeels pas na de Tweede Wereldoorlog uitgevoerd.
Maquette van Amsterdam met algemeen uitbreidingsplan. De zwarte delen op de kaart bestonden al in 1934, de rode delen moesten nog worden gebouwd. Collectie Amsterdam Museum.
Oud Osdorp blijft groen
Zo maakten delen van landelijk Osdorp in de jaren vijftig en zestig plaats voor woningbouw. De eerste woningen werden in 1958 opgeleverd, zo’n vijftien jaar later was de wijk voltooid. In de huizen trokken vooral jonge arbeidersgezinnen, die de drukke binnenstad ontvlucht waren. De oude buurtschap Osdorp moest zijn naam afstaan aan de nieuwe woonwijk. Het lintdorp rond de Osdorperweg, dat ineens aan de rand van de stad lag, zou voortaan de naam ‘Oud Osdorp’ dragen.
De Osdorperweg, met links de ingang naar de Tuinen van West, anno 2024. Foto: Sarah Remmerts de Vries.
Ondanks de nabijheid van de stad, heeft de buurtschap zijn landelijke karakter weten te behouden. Vanaf de Osdorperweg voert de Joris van Den Berghweg het groene hart van de Osdorper Binnenpolder in. Deze polder is in de jaren twintig, vlak na de annexatie door Amsterdam, grotendeels ontveend. Daarom ligt het gebied nog steeds enkele meters onder zeeniveau, ondanks dat de grond in de jaren vijftig is opgehoogd voor de aanleg van sportpark De Eendracht en de volkstuinparken.
De Fruittuin van West is een populair uitstapje onder Amsterdammers. Foto: Sarah Remmerts de Vries.
Tegenwoordig biedt de Binnenpolder onder de naam ‘Tuinen van West’ ruimte aan natuur, sport en recreatie. Er zijn wandelpaden, tuintjes, een kinderboerderij en zelfs een festivalterrein. Een speciale attractie vormt de Fruittuin van West, waar je het hele jaar door zelf biologische groente en fruit kunt plukken. Zo leeft er toch nog een stukje van landelijk Osdorp voort.
In de Fruittuin van West kun je je eigen groente en fruit plukken, biologisch boodschappen doen of gewoon een drankje drinken. Foto: Sarah Remmerts de Vries.
Tekst: Sarah Remmerts de Vries
Bronnen:
- ‘Oud Osdorp’ en ‘De Osdorperpolders’, Historische vereniging Sloten-Oud Osdorp.
- ‘Hoe Amsterdam explodeerde’, Gemeente Amsterdam.
- ‘Hebben en houwen: Maquette van het AUP’, Amsterdam Museum.
- Historische kaarten op topotijdreis.nl.
- Tuinen van West en Fruittuin van West.
Publicatiedatum: 21/10/2024